Acute nierinsufficiëntie wordt gedefinieerd als:
- Serumkreatininestijging ≥ 26,5 umol/l in 48 uur; of
- Serumkreatininestijging 1,5x de uitgangswaarde, in de laatste 7 dagen; of
- Urinevolume < 0,5 ml/kg/uur gedurende minimaal 6 uur
- Oligurie: < 400 ml/24 Anurie: < 100 ml/24 uur.
- Bloed: Hb, MCV, leukocyten, leukocytendifferentiatie, trombocyten, Na, K, bicarbonaat (veneus), Cl, kreatinine, ureum, Ca, fosfaat, albumine, glucose, CK, ASAT, LDH, CRP
- Urine: dipstick: pH, hematurie/hemoglobinurie (indien positief sediment), proteïnurie (indien positief kwantificeren middels eiwit/kreatinine ratio, nadien middels 24-uurs urine onderzoek), leukocyten, nitriet, soortelijk gewicht. Voorts sediment (cellen, cilinders, bacteriën) en urine chemie op Na, Cl, kreatinine en ureum
Zie Tools, Bevindingen bij onderzoek van de urine.
Eerste benadering (acute) nierinsufficiëntie
- Zijn er complicaties die acuut behandeling behoeven?
- Hyperkaliëmie, overvulling, acidose, hyperfosfatemie, pericarditis, bloeding bij trombopathie
- Maak onderscheid tussen acute versus chronische nierinsufficiëntie
- Eerder serum-kreatinine bekend?
- Lang bestaande hypertensie?
- Kleine nieren (echo: < 10 cm); suggestief voor een chronische nierinsufficiëntie
- Aanwezigheid van hyperfosfatemie / anemie / hyperparathyreoïdie is suggestief voor een chronische nierinsufficiëntie.
- Sluit een pre- en post-renale oorzaak uit!
- Is er een renale oorzaak die directe actie (diagnostiek, behandeling) behoeft zoals een 'rapidly progressive glomerulonephritis' (RPGN); bijvoorbeeld (ANCA-geassocieerde glomerulonefritis, anti-GBM glomerulonefritis, (atypisch) hemolytisch uremisch syndroom (HUS) en lupus-glomerulonefritis. Maligne hypertensie behoeft ook acute behandeling.
Algemene behandeladviezen bij acute nierinsufficiëntie
- Inventariseer en behandel complicaties; zie hieronder
- Patiënt dagelijks wegen
- Blaascatheterisatie alleen op indicatie
- Streef naar een optimale vullingstoestand
- 24 uurs urine sparen op hoeveelheid, ureum, kreatinine, eiwit en natrium
- Staken NSAID's, ACE-remmer, ARB (en diuretica bij prerenale oorzaak).
- Vermijd nefrotoxische middelen zoveel mogelijk, m.n. aminoglycosiden, jodiumhoudend röntgencontrast.
- LET OP: de insulinebehoefte neemt af bij nierfalen; verlaag of stop SU-derivaten /insuline
- Denk ook aan het aanpassen van de dosering van de overige medicatie; bijvoorbeeld lithium, sotalol, digoxine en antibiotica
- Vermijd fosfaatklysma's wegens gevaar op verergering nierinsufficiëntie door hyperfosfatemie
- Het gebruik van macrocyclische gadolinium-houdende contrastmiddelen bij MRI- onderzoek wordt afgeraden bij patiënten met een eGFR < 15 ml/min; tenzij er geen goed alternatief onderzoek Niet-cyclische chelaten mogen niet gebruikt worden.
- Consulteer de diëtetiek voor een natrium- en eventueel kaliumbeperkt dieet. In het acute stadium is eiwitbeperking niet noodzakelijk.
Acute dialyse-indicaties
I.o.m. nefroloog.
Bij bekende dialysepatiënten kan grens tot dialyse lager zijn.
- Therapieresistente overvulling (longoedeem, hypoxie, orthopneu, hartfalen)
- Therapieresistentie hyperkaliëmie
- Uremisch syndroom (pericarditis; encefalopathie: asterixis, bewustzijns-/aandachtstoornis; misselijkheid, braken)
- Acidose (pH < 7,2) waarbij i.v. natriumbicarbonaat niet haalbaar is (bv. ernstige overvulling)
- Ernstige hyperfosfatemie
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.