Een bijniercrisis is potentieel levensbedreigend. Een bijniercrisis kan uitgelokt worden door een infectie, operatieve ingreep, trauma, partus, hevige pijn, ernstige psychische stress, en indien orale glucocorticoïden onvoldoende kunnen worden opgenomen zoals bij aanhoudend braken, diarree of ernstige ziekte. Soms kan een bijniercrisis ontstaan na start van thyroxinebehandeling bij nog onbekende bijnierschorsinsufficiëntie. Een deel van de mensen met een bijnierschorsinsufficiëntie presenteert zich voor het eerst met een bijniercrisis.
- Primaire bijnierschorsinsufficiëntie: auto-immuun adrenalitis, infectieuze adrenalitis, na beiderzijdse adrenalectomie, bilaterale bijnierbloeding, bilaterale bijniermetastasen (m.n. long, maag, mamma, colon), infiltratieve ziekten (sarcoïdose, amyloïdose, hemochromatose), medicamenteus (immuun checkpoint inhibitors, ketoconazol), adrenogenitaal syndroom, bijnierhypoplasie.
- Centrale bijnierschorsinsufficiëntie: tumor, operatie, bestraling, infecties, infiltratieve ziekten (lymfocytaire hypofysitis, hemochromatose, sarcoïdose, histiocytose X, granulomatose met polyangiitis), apoplexie, syndroom van Sheehan, medicamenteus, hoofdtrauma, geïsoleerde CRH- of ACTH-deficiëntie, genetisch syndroom.
- Steroïdgeïnduceerde bijnierschorsinsufficiëntie: meest voorkomende oorzaak van bijnierschorsinsufficiëntie. Er is geen toedieningsvorm, dosering, behandelduur waarbij bijnierschorsinsufficientie met zekerheid kan worden uitgesloten. Hogere doses en een langere behandelduur geven een hoger risico.
Moeheid, algehele malaise, zwakte, anorexie, buikpijn, misselijkheid, diarree, duizeligheid, gewrichts- en spierpijn.
Bovenstaande klachten (zie: symptomen).
Gewichtsverlies, zouthonger (bij primaire bijnierschorsinsufficiëntie), nagaan van gebruik steroïden (cutaan, articulaire injecties, inhalatie, oraal), nagaan voorgeschiedenis t.a.v. aandoeningen beschreven bij oorzaken, aanwezigheid/aanwijzingen voor polyglandulair syndroom.
Bewustzijnsdaling, verwardheid, (orthostatische) hypotensie, tachycardie, tekenen van dehydratie, hyperpigmentatie huid en/of slijmvliezen (bij primaire bijnierschorsinsufficiëntie), koorts.
Bloedgasanalyse, Na, K, glucose, calcium, albumine, kreatinine, CRP, leukocyten met differentiatie. Bij de novo bijnierschorsinsufficiëntie: cortisol en ACTH (ACTH: EDTA-plasma, direct na afname op ijs naar laboratorium). Random cortisol >500 nmol/l sluit een bijnierschorsinsufficiëntie uit.
Een bijniercrisis wordt m.n. uitgelokt door een onderliggende infectie, dus focusonderzoek is noodzakelijk.
- Geef bij verdenking op een bijniercrisis 100 mg hydrocortison i.v. bolus, gevolgd door een continu infuus met 200 mg hydrocortison per 24 uur. Op basis van de kliniek wordt hydrocortison na 1 dag afgebouwd naar 100 mg hydrocortison per 24 uur. Verder afbouwen op geleide van de kliniek en streven naar hydrocortison oraal 20 mg per dag verdeeld als 10-5-5 mg.
- Stabiliseer de patient volgens ABCDE-schema (Opvang instabiele patiënt).
- Rehydratie met NaCl 0.9%.
- De behandeling met hydrocortison wordt alleen afgebouwd en gestaakt indien de diagnose met zekerheid is verworpen bij voorkeur met een ACTH-stimulatietest.
- Zoek naar een uitlokkende factor voor de bijniercrisis.
- Bij een primaire bijnierschorsinsufficiëntie wordt fludrocortison gestart indien de dosering van hydrocortison < 50 mg per dag is. De dosering van de fludrocortison (0,05-0,2 mg/dag) is afhankelijk van natriumconcentratie en aanwezigheid van zouthonger en orthostase.
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.