Influenza treedt epidemisch op in de wintermaanden. Epidemieën worden dikwijls veroorzaakt door nieuwe virusvarianten die ontstaan door antigene drift, waarbij de immuniteit die opgewekt is door infectie of vaccinatie in een eerder seizoen, onvoldoende bescherming geeft.
Type A-influenzavirussen zijn van oorsprong vogelinfluenzavirussen ('aviaire influenzavirussen'), en soms de veroorzakers van een influenzapandemie. Het virus-RNA is aanwezig in de vorm van 8 gensegmenten die coderen voor minstens 11 eiwitten. Het meest belangrijk zijn het hemagglutinine (H), het neuraminidase (N) en het M2-ionkanaaleiwit. Er zijn 16 H-subtypen en 9 N-subtypen van het type A-influenzavirus.
Type B-influenzavirussen komen, uitzonderingen daargelaten, alleen bij de mens voor.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.