Bijna elk ziekenhuis heeft een eigen protocol m.b.t. prikaccidenten. Indien deze niet voorhanden is, dan kan gebruik worden gemaakt van de RIVM Richtlijn Prikaccidenten.
Bij prikaccidenten kunnen HBV, HCV en HIV worden overgedragen. Of een prikaccident leidt tot een infectie is afhankelijk van de aard van het accident, de serostatus van de bron en de vaccinatiestatus van het slachtoffer. Dit stappenplan vormt hierbij een leidraad. Overleg met de (HIV) achterwacht en vul indien aanwezig het registratieformulier in. Verwijs tijdens kantoortijden naar ARBO dienst voor personeel en GGD voor buiten.
Stap 0: Onmiddellijke actie
Laat de wond goed doorbloeden, spoel het uit en desinfecteer met alcohol of choorhexidine.
Stap 1: Beoordeling van de aard van het accident
Vraag na wat er precies gebeurd is en inspecteer de verwonding. Beoordeel of er sprake is van geen risico, een laag risico of een hoog risico op overdracht. Uitgangspunt is de aard van het accident en het bloedvolume dat wordt overgedragen. Zie voor nauwkeurige beschrijving van accidenten de RIVM Richtlijn Prikaccidenten. Bij een laag risico accident zijn alleen maatregelen nodig tegen HBV. Bij een hoog risico accident zijn maatregelen nodig tegen HBV, HCV en HIV.
Stap 2: Beoordeling HBV-immuunstatus slachtoffer
Is slachtoffer succesvol gevaccineerd (titer ooit > 10 IE/l) of heeft slachtoffer HBV doorgemaakt dan zijn GEEN verdere HBV maatregelen nodig.
Stap 3: Achterhalen serostatus van de bron
Bepaal bij bron in het geval van een hoog risico accident HBsAg (binnen 24 uur), antiHCV en antiHIV (binnen 2 uur). Bij een laagrisico accident volstaat HBsAg. Indien bron niet beschikbaar is, inschatting maken op basis van epidemiologische gegevens:
Hoogrisicogroepen |
HBV |
HCV |
HIV |
---|
Hemodialysepatiënten |
+ |
+ |
|
Hemofiliepatiënten |
+ |
+ |
(+) |
Geestelijk gehandicapten in instituten |
+ |
|
|
Personen afkomstig uit niet-westerse landen |
+ |
|
|
Personen afkomstig uit Egypte |
+ |
+ |
|
Personen afkomstig uit Sub-Sahara Afrika |
+ |
|
+ |
Intraveneuze druggebruikers |
+ |
+ |
+ |
Mannen die seks hebben met mannen |
+ |
(+) |
+ |
Prostituees |
+ |
|
+ |
Stap 4: Maatregelen ten aanzien van HBV
Dien bij een hoog risico accident en (hoog risico op) een HBsAg positieve bron binnen 24 uur 500 IE i.m. HBV immuunglobuline toe. Bij zowel hoog als laag risico accidenten dient in elk geval zo spoedig mogelijk gestart te worden met HBV vaccinatie volgens schema 0-1-6 maanden. (Deze maatregelen gelden dus alleen voor verwonden die niet beschermd zijn tegen hepatitis B door vaccinatie of doorgemaakte infectie, zie stap 2)
Stap 5: Maatregelen ten aanzien van HCV
Bij een hoog risico accident wordt bij slachtoffer na 1 maand en na 3 maanden HCV-RNA bepaald. Bij laag risico accident zijn geen maatregelen nodig.
Stap 6: Maatregelen ten aanzien van HIV
Bij een hoog risico accident en (hoog risico op) een HIV positieve bron wordt post-expositie profylaxe (PEP) tegen HIV geadviseerd. Deze dient binnen twee uur tot maximaal 72 uur na het incident te worden gestart. Verwijs patiënt naar een HIV-behandelaar. Bij een hoog risico accident en een laag risico op seropositiviteit wordt in principe een negatieve indicatie voor PEP besproken. In beide gevallen wordt na 1, 3 en 6 maanden anti-HIV bepaald. Bij een laag risico accident zijn geen maatregelen nodig. Volg lokaal protocol of overleg met HIV behandelcentrum.
Stap 7: Afname nulserum bij slachtoffer
Indien er bij slachtoffer virologische nacontrole plaatsvindt, dan wordt direct na het accident een nulserum afgenomen. Zorg dan voor een vervolgafspraak bij polikliniek of ARBO dienst.
Stap 8: Voorlichting en preventie van verdere verspreiding
Geef bij hoog risico accidenten adviezen ter voorkoming van verdere verspreiding van HBV/HCV/HIV.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.