Artsen al dan niet in opleiding tot medisch specialist (A(N)IOS) zijn bevoegd tot het verrichten van alle handelingen op het gebied van de geneeskunst, daaronder tevens begrepen de zogenoemde voorbehouden handelingen, voorzover zij daartoe bekwaam zijn.
De regel is: onbekwaam maakt onbevoegd.
Hoe wordt de bekwaamheid bepaald?
Aangezien de bekwaamheid van de A(N)IOS in de loop van tijd zal toenemen, is het van belang deze periodiek te beoordelen. De opgedane ervaring, de geleerde vaardigheden, de geldende opleidingseisen e.d. kunnen bij die beoordeling worden betrokken. De beoordeling vindt plaats door de supervisor in overleg met de A(N)IOS. Hierbij past ook dat wordt bepaald welke handelingen (nog) onder leiding van een medisch specialist moeten plaatsvinden.
Gemaakte afspraken schriftelijk vastleggen.
Wat te doen bij twijfel over bekwaamheid of bij onbekwaamheid?
In geval van tekortschietende bekwaamheid of twijfel daarover dient overleg plaats te vinden met de superviserend arts. Er dient altijd een superviserend arts bereikbaar te zijn. Indien de A(N)IOS van oordeel is dat de superviserend arts naar het ziekenhuis moet komen, moet dit ondubbelzinnig verzocht worden. De superviserend arts dient daarbij geen onnodige drempels op te werpen.
Wie draagt de verantwoordelijkheid?
De A(N)IOS heeft een eigen medische verantwoordelijkheid en is op basis daarvan verplicht de in het kader van de zorgverlening opgedragen werkzaamheden naar beste vermogen te verrichten. Daarbij dient hij het geldend recht, de binnen het ziekenhuis geldende regels, de vigerende medische protocollen/richtlijnen en de aanwijzingen van de betrokken medisch specialisten in acht te nemen. De superviserend arts, opleider of behandelend medisch specialist is verantwoordelijk voor de verleende supervisie en de gegeven aanwijzingen. In de praktijk betekent dit dat, indien de A(N)IOS goed overlegt met de supervisor, de medische verantwoordelijkheid voor het grootste gedeelte bij de supervisor berust.
In welke situaties dient altijd overleg met de supervisor plaats te vinden?
Om misverstanden in de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de A(N)IOS en de supervisor zoveel mogelijk te voorkomen, dient over de volgende situaties/handelingen altijd overleg te worden gevoerd met de supervisor:
- voornemen tot opname, overplaatsing, ontslag, doorverwijzing, terugverwijzing, intercollegiaal consult en andere cruciale (of essentiële) momenten in het behandelproces;
- onduidelijkheid over de gegeven opdrachten/aanwijzingen;
- informatieverstrekking aan de patiënt of zijn vertegenwoordiger (zie Beroepsgeheim en informatie aan derden);
- iedere gebeurtenis die tot schadelijk gevolg voor de patiënt heeft geleid of had kunnen leiden, ook wanneer schade is voorkomen door toeval of door ongepland ingrijpen. Dit geldt ook voor calamiteiten als bedoeld in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg;
- (dreigende) complicaties, abnormaal verloop van de genezing en bijzondere uitslagen;
- overlijden van een patiënt (zie Staken of niet inzetten van een behandeling en acties bij overlijden;
- meervoudig getraumatiseerde patiënten, indien en zodra daarvoor tijd is;
- aankondiging van de komst van een patiënt die mogelijk in een levensbedreigende situatie verkeert;
- alle andere situaties waarin de toestand van de patiënt daartoe aanleiding geeft, en:
- alle overige twijfel.
Het overleg en de met de supervisor gemaakte afspraken noteren in het patiëntendossier.
Geef feedback
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze pagina kunt u hier feedback geven aan de redactie van Het Acute Boekje.